Eerder schreef ik al over hoe ik wilde werken aan het verbeteren van mijn relatie tegenover eten (lees hier het eerdere artikel). Om dit te realiseren wil ik mij focussen op hoe ik steeds meer toe kan werken naar dat ik minder het gevoel heb in controle te staan van eten. Om dit te onderzoeken ging ik twee experimenten aan:
- Ik haalde al het eten wat ik maar wilde in huis. Dus het eten wat ik normaal niet zou halen (naast de gewone boodschappen natuurlijk). Dus dit betekende dat we opeens een snoeppot in huis hadden, melkchocola en appelgebak.
- Ik hield een voedingsdagboek bij om te kijken welke emoties mij triggerde te overeten.
Bij beide experimenten bleken mijn aannames onjuist! Waardoor ik blij ben dat ik ze ben aangegaan, want dat bracht me op nieuwe inzichten.
Experiment 1
De reden dat ik alles in huis haalde, was om de etenswaren waarvan ik dacht dat ik ze in een verdomhoekje had gestopt, daar maar eens uit te halen. Er zijn een hoop etenswaren die ik niet in huis haal, omdat ik ze anders opeet. Dit blijkt nog steeds het geval te zijn. Lekker naïef he… Maar het deed mij wel beseffen dat ik deze etenswaren eigenlijk helemaal niet in een verdomhoekje stop. Nee deze mogen prima van mijzelf, ik kies er alleen voor om het niet te doen, omdat het me niet lukt maat te houden.
Experiment 2
Deze vond ik het meest verrassend. De momenten dat ik overat waren meestal niet de momenten dat ik niet lekker in mijn vel zat. Op dat soort momenten had ik vaak wel meer behoefte aan suikerrijk eten, en gaf hier sneller aan toe. Maar omdat ik mij bewust was van deze emoties wist ik er vaak wel een draai aan te geven door wat anders te gaan doen.
Nee de grootste boosdoener was, wanneer het eten recht voor mij neus lag en ik geen kant op kon. Dit was dus met name tijdens sociale gelegenheden: wanneer het eten op tafel werd gezet en ik er alleen maar naar kon kijken de hele tijd. Mijn gedachtes waren daardoor alleen maar bij het eten dat voor mij stond (no offence gezelschap, jullie waren ongetwijfeld heel gezellig).
Als eenmaal het eerste hapje was genomen, was het hek over de dam en was er vaak geen houden aan. Dat dat eens in de zoveel tijd gebeurt is natuurlijk niet erg, maar omdat ik nu ook al zo veel crap in huis had vanwege mijn andere experiment ging er voor mijn gevoel veel te veel crap in. Dus de crap is deze week weer uit huis. Out of sight, out of mind (maar echt).
Vervolg
Het is natuurlijk een slimme truc, om het eten dan maar gewoon niet in huis te halen, maar dat maakt nog niet dat in controle over wat ik eet. Want zodra het voor mijn neus staat, eet ik het blijkbaar op. En het stomme is, het is niet alleen maar die zogeheten “suikerverslaving” doordat ik de laatste tijd veel heb gesnackt. Ik heb ook langere periodes geen geraffineerde suikers gegeten, maar die drang bleef bestaan. Alhoewel wel in mindere mate moet ik zeggen.
Volgende experiment draait daarom eigenlijk meer om het opdoen van kennis. Ik heb weer even een docu gekeken over de effecten van suiker (hierover later een post), en ben begonnen in het boek “Laat je niet volvreten” van David Kessler. Hopelijk dat ik hierin wat meer antwoorden vind over hoe je met de drang naar suikerrijk voedsel kunt omgaan. To be continued..